Een vreemde dag. Stijn Streuvels’ ‘De blijde dag’.
onder redactie van Marcel De Smedt
Jaarboek 25 van het Stijn Streuvelsgenootschap 2019.
Kortrijk: Stijn Streuvelsgenootschap, 2019. - 277 p.
Maksím Gór’kij
Maksím Gór’kij (pseudoniem van Alekséj Maksímovič Péškov) (1868-1936). Op zijn 11e werd hij wees en moest zwervend de kost verdienen.
In 1892 begon hij in provinciebladen te publiceren. In 1898 verschenen zijn eerste twee bundels verhalen, die onmiddellijk een enorm succes hadden in binnen- en buitenland. In de daaropvolgende jaren gold Gorki als de meest vooraanstaande literaire persoonlijkheid naast Tolstoj en boven Tsjechov. In St.-Petersburg sloot hij zich aan bij de marxistische sociaal-democraten. In 1902 richtte hij het literaire tijdschrift Znanije (Kennis) op, dat vooral schrijvers van boerenafkomst en arbeiders aantrok. Hij werd enige keren gearresteerd en verbannen.
Na een reis vol incidenten door Amerika vestigde hij zich in 1906 op Capri, waar hij een school voor revolutionairen stichtte. In 1907 verscheen zijn opzienbarende tendensroman Matj (De moeder). Van blijvende betekenis voor de literatuur zijn enige novellen, o.a. Zesentwintig man en één meisje, zijn autobiografische geschriften Detstvo (Kinderjaren) (1914), V ljoedjach (Onder de levenden) (1916) en Moji Oeniversitety (Mijn universiteiten) (1922) en zijn literaire portretten, o.a. van Tolstoj, Tsjechov en Lenin.
Gorki's betekenis voor de Russische literatuur is groot, vooral als literaire autoriteit die door zijn voortdurende aanmoediging vele jonge dichters en schrijvers ‘gemaakt’ heeft. Zijn rol als beschermer van vele auteurs tijdens de revolutie en de burgeroorlog kan niet hoog genoeg worden aangeslagen. Gorki's werk is in vele talen vertaald.
Het verhaal Mal’va werd door Streuvels vertaald vanuit het Duits. Hij bezat meerdere Duitse vertalingen.
(Cf. Encarta® - Encyclopedie - Winkler Prins © 1993-2002 Microsoft Corporation/Het Spectrum).